Margot's mussenproject: 2005 » 2008 » 2015 » 2022

Margot's Mussenproject, 2022

LEIDERDORP - In Braakbaledities van 2005, 2008 en 2015 beschreef ik hoe het Margot gelukt was om van de paar huismussen die onze tuin in Leiderdorp zo nu en dan bezochten, een mooie groep van uiteindelijk rond 70 tot 80 mussen te maken. We zijn nu weer een hele tijd verder en hebben weer het nodige beleefd. Dat delen we graag met u, in de hoop dat dit u stimuleert om ons te helpen de huismus te beschermen.

Even terug

2022

Wij hebben de pech dat aan één kant van onze woning twee buurgezinnen wonen die niet veel hebben met huismussen. De buurman van twee huizen verder heeft ons wel eens laten weten niet zo blij te zijn met zo veel vogels, want hij heeft een vogelfobie. Hij is doodsbang voor vogeltjes. Klinkt misschien wat vreemd, maar het is een bekend psychologisch fenomeen. Angstbehandelcentrum IPZO schrijft er op hun site het volgen de over: “Angst voor vogels komt niet zelden voor. Veelal begint de fobische angst op jonge leeftijd. Er is niet altijd een oorzaak voor het ontstaan aan te wijzen. Het fladderende en onvoorspelbare in de beweging van vogels leidt tot intense schrik en paniek. Ook kan men bang zijn voor pikkende bewegingen die een vogel kan maken. Men vermijdt situaties die confrontatie met vogels kunnen inhouden. De situaties zijn divers: in de tuin zitten, door een park of stad lopen, het openen van een raam in huis of het bezoeken van mensen die vogels houden, kan onveilig voelen. Ook beeldmateriaal van vogels kan tot grote angst leiden. De omgeving wordt geïnspecteerd op vogels. Bewegingen van bijvoorbeeld dwarrelende bladeren kunnen aanzetten tot angstgevoelens. Ook vogelgeluiden kunnen schrikreacties geven. Men verschuilt zich graag achter een bekende als er een vogel nadert.” Toch is deze buurman de kwaadste niet, want als er wel eens een huismus tegen zijn raam aan is gevlogen, bezorgt hij de gewonde vogel in een schoenendoos bij ons, in de hoop dat wij weten wat we moeten doen. Hoe hij zo’n vogel in de doos heeft gekregen, weet ik nog steeds niet. Waarschijnlijk pakt een huisgenoot de vogel, en houdt mijn buurman grote afstand van die actie.

Wij houden zo’n mus gewoon een tijdje in het donker van de schoenendoos. Vaak is zo’n mus alleen versuft van de klap. Na een paar uur kijken we voorzichtig hoe het gaat; meestal is de mus dan weer bij de les en dan laten we hem of haar los. Soms is de mus gestorven, dan begraven we hem in het gemeenteplantsoen achter onze tuin.

Mijn naaste buren zijn een stuk minder leuk voor onze huismussen. Zij haten het kabaal dat deze vogels maken, als ze met zijn allen na het eten lekker zitten te tsjilpen. Vroeger spoot deze buurman met zijn tuinslang dan met water over de heg, maar nadat Margot dat ontdekt had en er wat van had gezegd, ging hij over op subtielere tactieken. Een poos heeft hij met schroeven en spijkers gegooid (we vonden er heel veel in de tuin). Tegenwoordig schiet hij zijn tuin in als er teveel vogelgeluid is, waarbij hij fanatiek in zijn handen klapt. Weg vogels! Gelukkig niet voor lang.

Zo veel weerstand uit de omgeving heeft er voor gezorgd dat Margot een tijd lang wat minder heeft gevoerd. De huismussenstand in onze tuin is nu ongeveer 40 á 50 exemplaren. Gelukkig hebben wij aan de andere kant juist heel ruimdenkende en diervriendelijke buren. Wij gaan nog wel eens een weekendje of weekje achter de vogels aan of langer met vakantie, en dan moet het voeren van de vogels wel gewoon door gaan. In ruil voor het voeren van haar twee katten als de buren op vakantie zijn, zorgt de buurvrouw tijdens onze afwezigheid voor de mussen.

Wat bijzonder, dat mussengetsjilp tot zulke verschillende reacties kan leiden. Daar waar mijn buurman zich daar kapot aan ergert, kreeg ik een heel andere reactie van een Amsterdammer, die in dienst van een rioolontstoppingsbedrijf onze afvoer kwam repareren. “Hé, ik hoor mussen”, zei de man toen hij onze tuin in kwam. “Dat geluid mis ik tegenwoordig zo, meneer! Vroeger hadden wij nog gewoon mussen in hartje Amsterdam, maar tegenwoordig is het er uitgestorven, zo jammer”.

Wij zelf genieten nog elke dag van het vrolijke gedoe van de huismussen in onze tuin. De mannetjes die elkaar in broedtijd proberen te imponeren door hard achter elkaar aan te vliegen, waarna zo’n groepje luidruchtig in een struik gaat zitten tetteren, als toeschouwers bij een bokswedstrijd, het gezamenlijke baddermoment in onze drinkschalen, het voeren van de jongen.

Er is altijd wat te zien in onze tuin.